Hoe geef je water meer ruimte? Enkele basisprincipes
Integraal waterbeleid geeft hemelwater opnieuw de juiste plek in onze (verstedelijkte) omgeving. Dit begint bij slim waterbeheer dat het hele proces omvat: van regenval tot infiltratie tot hergebruik tot buffering tot afvoer. En dat vanuit een ruime blik, want een geïntegreerde aanpak heeft ook een positief effect op de biodiversiteit, welzijn, luchtkwaliteit, hitte in de stad … Duurzamer worden doen we stap voor stap. Het gaat over pionieren en nieuwe dingen proberen. En over goede keuzes maken binnen de gegeven context met zijn mogelijkheden en beperkingen. Welke basisprincipes kunnen daarbij helpen?
1. Op zoek naar slimme synergieën
Duurzaam omgaan met hemelwater doen we samen. Met aanpassingen in de bebouwde omgeving en via doordacht natuurbeheer. En zowel in onze openbare ruimten als bij bedrijven als in residentiële projecten. Met ingrepen die de neerslag zo verantwoord mogelijk verwerken. Zo combineren we de oplossingen in de top van de ladder van Lansink, zie lager in dit artikel. Een duurzame visie schept ook combinatiemogelijkheden. Een voorbeeld? Een infiltratiestrook met groen kan de biodiversiteit versterken, de luchtkwaliteit verbeteren, wateroverlast voorkomen en de riolering ontlasten. Maar ook verkoeling brengen tijdens hitte, verdroging beperken, waterschaarste tegengaan en een aangename en groene omgeving creëren. Want onze buitenruimte vandaag duurzamer inrichten, helpt om onze toekomstige impact op de omgeving te beperken. Daarnaast kunnen we ons ook al aanpassen aan de klimaatveranderingen, door bijvoorbeeld te kiezen voor planten die beter tegen hitte en droogte kunnen. Daarom is het verstandig om bij infrastructuurwerken al zoveel mogelijk in te zetten op deze klimaatadaptatie.
2. Vertrek vanuit het geheel
Er zijn vaak verschillende wegen naar een duurzame oplossing. Het begint met nadenken over het geheel om vervolgens gerichte keuzes te maken. Waterpasserende bestrating lijkt bijvoorbeeld een evidente optie, maar het is niet in elke situatie de beste keuze. Een parking met ‘gewone’ klinkers, afgeboord met waterpasserende boordstenen met openingen erin waarlangs het water in een groene strook vloeit, kan even waterdoorlatend zijn als een parking met grasbetontegels. Megategels op een inrit laten geen water in de bodem infiltreren. Maar wanneer je er een karrenspoor mee vormt, met gras ertussen, creëer je wel voldoende ruimte voor infiltratie. Een derde voorbeeld. Gras tussen grasbetontegels laat het water minder snel infiltreren dan fijne kiezel, maar gras brengt dan weer meer verkoeling tijdens hete dagen. Het gaat dus steeds om het totaalplaatje, met een goede samenwerking tussen ‘groen’, ‘blauw’ en ‘grijs’. Zo bouw je een evenwichtig verhaal met aandacht voor gebruikscomfort, noden, esthetiek en duurzaamheid.
3. Kijk met een creatieve en pragmatische blik
Een project met de focus op integraal waterbeheer is niet altijd moeilijker of duurder. Het begint wel met een helder en weloverwogen plan. Gaande van eenvoudige oplossingen zoals een waterpasserende borduur tot grote en geïntegreerde maatwerkprojecten die durven pionieren. Maar we hoeven het warm water niet altijd opnieuw uit te vinden. We zien steeds meer voorbeelden van kleine efficiënte ingrepen en grotere vernieuwingen. Zo kunnen we elkaar inspireren. Tegelwippen is daarvan een mooi voorbeeld.
4. Gebruik het juiste product
Eens de aanpak duidelijk is, kan die ingevuld worden met de juiste producten. Wil je verharden? Dan is niet zomaar elk product geschikt. Sommige factoren zoals ondergrond, verkeersbelasting, comfort of regelgeving kunnen bepalend zijn. Bij leemgrond infiltreert het water bijvoorbeeld trager in de bodem dan bij zandgrond. Wil je waterpasserende bestrating plaatsen? Dan moet bij een minder doorlatende ondergrond de waterdoorlatende onderlaag – die het water ook tijdelijk buffert zodat het rustig in de grond kan infiltreren – bijvoorbeeld dikker aangelegd worden, of er moet een drainage geplaatst worden. Vandaar het belang van een correcte aanpak. Kwaliteitsproducten gebruiken die lang meegaan en weinig onderhoud vragen, maakt je infrastructuur ook duurzamer.